Bel-me-niet-register
Als ik zo’n brief geschreven heb, volgt er een tweede. Dat je niet kunt parkeren in de straat, want de bomen gaan eruit. Daarna volgt een bericht op de website. Of je de tegels uit de straat wilt halen, anders overstroomt de rivier. Of zo iets. Een regenton helpt ook. In Limburg had iedereen een regenton om water op te vangen. Het hielp niet. Na zes brieven, vier berichten voor de website en iets over een storing in een computerprogramma dat niemand gebruikt, was ik het zat. Mijn ogen vielen dicht. Ik dacht: ik doe een dutje, want ik zit niet ver van mijn pensioen af en dan heb je dat gewoon nodig. Ik deed mijn ogen toe. Dat duurde drie minuten.
Telefoon.
Het was niet de vaste lijn die zo
lekker goedkoop is als mijn moeder mij wil bellen, maar de mobiele telefoon.
Een Nokia. Zo’n kleintje die uit je klauwen valt als je hem wilt pakken. Ik
stond op van de bank, grabbelde in het laatje waar de Nokia ligt, drukte het
groene icoontje in en zei mijn naam. Aan de andere kant van de lijn probeerde
iemand zich voor te stellen. Ze zei dat ze van een onderzoeksbureau was. Dat
was ook het enige dat ik verstond. De rest ging aan mij voorbij. Of ze mij een
paar vragen mocht stellen. Dat mocht ze niet. ‘Volgens mij sta ik in het
bel-me-niet-register' probeerde ik haar duidelijk te maken. Een duidelijkere
hint om eigenlijk te zeggen dat ze de verbinding met mij moest verbreken en wel
onmiddellijk kon ik niet geven. Ze begreep het niet. 'Nee hoor, het
bel-me-niet-register is alleen voor commerciƫle bedrijven en ik kan u
verzekeren dat we u niets willen verkopen. We doen onderzoek en willen u alleen
een paar vragen stellen.'
Ze klonk als een heks. Ik zag haar al voor me: gehuld in een zwarte jute zak, een neus als een liegende Pinokkio en een wrat op de linker neusvleugel. Als ze me had verteld dat ze een lekker aftreksel van gekookte vleermuishart in de vriezer had liggen tegen spataderen en dat ik die voor een zacht prijsje kon kopen, had ik het ook geloofd. Maar vermoedelijk zat ze in haar thuiswerkjapon aan de keukentafel ergens drie hoog achter tegen een minimumuurloon mensen zoals ik lastig te vallen met vragen over een onderzoek waar ze zelf ook de ballen verstand van had. Ze gaf het op. 'Anders moet u dat nog maar eens nalezen op internet over dat bel-me-niet-register. Ik wens u nog een prettige dag verder.' Ik bleef even hangen, hoorde dat de lijn nog openstond, zei ‘dag Eucalypta’ en verbrak de verbinding.
Reacties
Een reactie posten