Ballonnenwedstrijd


Ik las het laatst in de krant. En toen ik het gelezen had, las ik het nog een keer. En nog een keer. Het was herfst, de ochtenden waren fris en de zon kwam steeds later op dus 1 april kon het niet zijn. Het moest dus waar zijn, het stond immers in de krant. Ergens in het land ging een ballonnenwedstrijd niet door. Als ik iets lees over een ballonnenwedstrijd zie ik meteen allerlei blije kindergezichtjes voor me. Ze staan klaar op het schoolplein. Met een ballonnetje met een kaartje met hun naam erop. De ballon is netjes door de juf of meester gevuld met helium zodat ‘ie straks als een speer het ruime sop of in dit geval de ruime lucht kiest.

Zoals Felix Baumgartner. Hij liet zich op 14 oktober 2012, zittend in een capsule, in 2½ uur door een superballon naar 39 kilometer hoogte brengen om er vervolgens met parachute, dat wel natuurlijk, uit te springen en binnen een kwartier weer met beide benen op de grond te staan. Dat was destijds live te volgen op YouTube en ik heb ademloos zitten kijken.

Maar met zo’n lullig ballonnetje gaat het anders. Die gaat, als je geluk hebt, een kilometer of wat omhoog, drijft dan mee op één of andere noordwestenwind en komt terecht op een wijnboerenerf ergens in Zuid-Frankrijk. De mooie Franse dochter van de boer, toevallig op bezoek vanuit Parijs en die meer talen beheerst dan het dialect van haar vader, omdat ze voor een studie westerse taalwetenschappen aan de Sorbonne heeft gekozen in plaats van, zoals haar vader het liever had gezien, een kansloze carrière als wijnboerendochter, ziet een adres op het kaartje en stuurt het terug. Is dat kaartje van jou en is er geen enkele andere ballon die verder komt, dan win jij de ballonnenwedstrijd. Leuk hè?

Maar dat doen we dus niet meer. Wat wil het geval: er is de laatste tijd wat negatieve publiciteit rondom ballonnenwedstrijden. Zo schrapte de Rabobank een ballonnenwedstrijd in Zierikzee na protest van een moeder uit Brouwershaven. Volgens haar gaf het geen pas ballonnen op te laten in de nabijheid van Nederlands grootste natuurgebied, de Oosterschelde. Ze komen in het water terecht, waar ze door bruinvissen en zeehonden worden aangezien voor kwallen. Nou heb ik nog nooit een roze, oranje of gele kwal gezien, maar dat doet er nu niet toe. Blijkbaar zijn bruinvissen en zeehonden kleurenblind. Als deze zoogdieren de ballonnen eten, kunnen ze eraan overlijden. De bank zag er vanaf en bedacht een andere, feestelijke actie voor de kinderen. Koekhappen of zo. Of Ezeltje Prikje. In Drachten werden een paar jaar geleden witte ballonnen ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de MH17 om dezelfde reden niet opgelaten en bij het Eggert Winkelcentrum in Purmerend werd de wedstrijd ook afgelast vanwege het milieu. De kinderen kregen de ballonnen gewoon mee.

Dat is natuurlijk mooi klote. Weg is je kans op eeuwige roem in het plaatselijke advertentieblad. Ik zag het voor me op de voorpagina van de Delft op Zondag: Marcel de Wit wint ballonnenwedstrijd. Dat gaat nu mooi niet door en dat is de schuld van een kleurenblinde zeehond die het verschil niet ziet tussen een kwal en een ballon. Maar ja, ik mag niemand de schuld geven natuurlijk, want het zwartepieten is nog net niet bij wet verboden.

Dit verhaal verscheen eerder in de bundel Autoluw (2016)

Reacties

  1. Wat een leuk stuk Marcel. Een doodeenvoudige ballon en jij weet er een geweldig verhaal van te maken. In Rotterdam - Zuid hebben ze jaren geleden ook een ballon opgelaten. Heb jij toevallig verstand van deze ballon?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. De ballon in Rotterdam-Zuid is tien jaar geleden opgelaten, cirkelde jarenlang als een aasgier boven het gebied en is onlangs naar beneden gestort.

      Verwijderen
  2. Ernst Jan Gerhardt15 november 2021 om 11:51

    Ballonnen of geen ballonnen, de foto is echt geweldig!

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Thuiswerken

Er zit een man in het portiek

Vakantie