Cultstadion


Delft heeft een voetbalstadion. Als ik een stadswandeling door Delft organiseer en ik dat even tussen neus en lippen door aan mijn publiek vertel, zie ik de oortjes klapperen. Dan schat ik in dat ze geen van allen verstand van voetbal hebben of gewoon te jong zijn. In beide gevallen zie ik de oren wapperen in de wind. Ik doe er dan graag een schepje bovenop. ‘We hebben hier niet alleen een voetbalstadion, het is zelfs het op een na grootste stadion van Zuid-Holland’, vervolg ik. ‘En het twaalfde stadion van Nederland.’ Mijn publiek spitst nu de oren en vraagt zich af waar die kale met die bril het in godsnaam over heeft. Ik ga gewoon verder en zeg dat hier ooit eredivisievoetbal is gespeeld en Delft massaal uitliep voor spelers als Willem van Hanegem, Eddy Treijtel en Hans Dorjee. Toen het avontuur in het betaalde voetbal voorbij was, moest de club van voren af aan beginnen. Maar in 1983 en 1985 werd DHC – want dat is de vaste bespeler van het stadion - algeheel landskampioen van de zondagamateurs.

Als klap op de vuurpijl zeg ik dat DHC in dit stadion op 6 september 1981 Fortuna Sittard met 2-0 uitschakelde in de KNVB-beker. In de tweede ronde lootte het Ajax met onder anderen Wim Kieft, Gerald Vanenburg, Søren Lerby, Tscheu La Ling, Jesper Olsen en Dick Schoenaker om maar een paar internationals te noemen. Zelfs oer-Feyenoorder Wim Jansen deed mee, want hij had een contract getekend in Amsterdam, uiteraard tot groot ongenoegen van alles en iedereen op Rotterdam-Zuid. De wedstrijd werd op  1 november 1981  - vandaag exact  40 jaar geleden - voor 18.000 toeschouwers gespeeld en DHC verloor nipt met 2-3. Een samenvatting van deze wedstrijd kunt u gewoon opzoeken op YouTube.

Ondertussen staan de mensen nog steeds wazig voor zich uit te kijken. Okay, de Kuip in Rotterdam-Zuid, dat stadion kennen ze wel. Maar daarna komt dan een stadion in Delft? Ze komen eigenlijk voor een toertje door de stad en willen alles weten van Willem van Oranje, waar toch die kogelgaten zitten, waar zijn moordenaar logeerde en waarom de Oude Jan toch zo scheef staat. Ik bewaar die informatie voor later. En dan: je kunt het overal lezen op internet dus waarom zou ik het vertellen? Straks komen we nog langs het huis aan de Oude Delft waar wijlen prins Friso woonde toen hij Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek studeerde in Delft. En ik laat ze ook het café zien waar hij dronken werd na een dagje hard blokken. Dat soort informatie staat niet in de toeristengidsen dus dat vertel ik dan liever.

‘Dat stadion, is dat er nog steeds? En is dat beter bekend als het DHC-stadion?’ Vanachter uit de groep klinkt een vrouwenstem. Ze houdt trots haar smartphone omhoog. ‘Ik heb het even opgezocht. Het ziet er best aardig uit, maar dat kan toch niet het op een na grootste stadion van Zuid-Holland zijn?’ Ik kijk haar aan. Ik vind het prima om rondleidingen te verzorgen over de historie van de stad en daarnaast ook nog andere nutteloze informatie te verstrekken over lokale voetbalstadions, maar wat heb ik een grafhekel aan eigenwijsjes die het dan nodig vinden om met een telefoon in de hand te denken dat ze het beter weten dan de locals. Pleur dan lekker op naar de provincie.

Maar goed. Ik ben er zelf over begonnen dus ik zal de discussie zelf gaan beëindigen. ‘Het heet in de volksmond inderdaad het DHC-stadion, maar officieel heet het Gemeentelijk Sportpark Brasserskade. Officieel geopend op 14 mei 1960 en DHC speelde er tot 1968 betaald voetbal. Eerst als DHC, later als fusieclub Xerxes/DHC. Tegenwoordig speelt DHC in de eerste klasse bij de zondagamateurs maar er komen bij lange na geen 18.000 mensen meer kijken. Maar het stadion is pure cult.’ Als aanstormend talent van DFC Delfia mocht ik er ooit een keertje met het vierde pupillenelftal voetballen. We gingen er kansloos af met 4-0, maar dat was wel het laatste dat me interesseerde. Ik had in het stadion gevoetbald.

‘En er is geen enkel stadion in Zuid-Holland, behalve de Kuip, waar meer dan 18.000 man in kunnen?, probeert ze het nog een keer. Ik bijt op mijn tanden en zeg: Nee mevrouw, want ga maar na. Na het DHC-stadion volgen namelijk het Cars Jeans stadion van ADO met 15.000 toeschouwers en het Kasteel van Sparta in Rotterdam-West met 10.500. Excelsior uit de Rotterdamse wijk Kralingen kan 4.500 man binnen de poorten van Woudestein krijgen en FC Dordrecht aan de Krommedijk komt uit op 4.235 toeschouwers. En dan is er nog een rits amateurclubs uit de Bollenstreek met accommodaties waar er ook wel een paar in kunnen. Ik noem bijvoorbeeld Quick Boys, de oude club van Dirk Kuyt. Daar mogen 8.200 mensen naar binnen. Dus nee, er is geen enkel ander stadion in Zuid-Holland, op de Kuip na, waar plek is voor 18.000 man.’

De andere deelnemers aan de rondleiding zijn het zat. Ze staat nu al tien minuten een voetbaldiscussie te volgen, waarvan ze weten dat op het einde de gids gelijk heeft. Achter in de groep staat een man. Hij komt naar me toe en duwt tien euro in mijn hand. ‘Mijn vrouw heeft voor het eerst een smartphone. Ze wil even laten zien hoe handig ze er mee is’, fluistert hij. ‘Maar kunnen we nu verder? Naar het praalgraf van Willem van Oranje in de Nieuwe Kerk of zo?’, zegt hij zacht. ‘Die verplichte klim naar de top van de kerk doe ik ook nog wel, maar dit geouwehoer over voetbalstadions gaat nergens over.’  Ik knik. ‘Kom mensen, we gaan verder. Deze kant op alstublieft!’

Reacties

  1. Wie kan er beter schrijven over een cultstadion dan een cultfiguur pur sang, die kale met dat brilletje. Inderdaad, Marcel de Wit. Ik ben één van de gelukkigen op deze aardbol die live de tour heeft mogen beleven. Het was iets om nooit meer te vergeten. Het DHC-stadion is een bijzondere plek en je hebt het weergaloos verwoord Marcel.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Goede vondst 'Cult-stadion' dat is het zeker, met al dat groen op de staanplaatstribunes...
      Was ooit Delftse Trots

      Verwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Thuiswerken

Er zit een man in het portiek

Vakantie