De eencellige
Ik had woensdagmorgen een van de ruim 300 onverkochte exemplaren van mijn tweede boek uit de voorraaddoos gehaald. Ik moest namelijk die ochtend naar de studio van Stadsradio Delft. Ik had een paar weken geleden een mailtje gestuurd naar de redactie met de vriendelijke vraag of de radio het leuk zou vinden als ik een keertje langs zou komen. De deal was als volgt: ik geef een leuk interview, promoot mijn website, lees voor uit eigen werk en geef aan het einde van de uitzending een boek weg aan een luisteraar. Het enige dat de radio moest doen was een leuke vraag voor de Delftse luisteraar verzinnen. Ze gingen akkoord. De deal was rond, met gesloten beurzen. In de mail die ik van de lokale omroep retour kreeg, werd mij verzocht om woensdag om half elf aanwezig te zijn in de radiostudio.
Ik stond die dag daarom extra vroeg op en was reeds om 07.15 uur buiten. Niet om naar de radio te gaan, maar omdat het woensdagmorgen was en dan moet je van de vuilophaaldienst je zak voor 07.30 uur buiten zetten, anders ben je te laat en ze komen er niet voor terug om ‘m alsnog mee te nemen. Kun je meteen doorlopen naar de nieuwe ondergrondse containers aan de Kruisstraat bij de fonkelnieuwe Appie en daar had ik geen zin, ook omdat het die ochtend waanzinnig zeek van de regen.
Na het zet-je-zak-aan-de-gracht-ritueel liep ik terug naar mijn kleine woning. Buiten stond de papiercontainer van de kappersschool hinderlijk in de weg. Bovenop lag een aangevreten zak patat en een plastic flesje van een merk waar je, net als Max Verstappen in de laatste ronde van de Grand Prix van Abu Dhabi, vleugels van krijgt. Ik pakte beide op, opende de papiercontainer en flikkerde de patat en het flesje erin want ik houd van een schone straat. Patat en plastic zijn weliswaar geen oud papier, maar dan moet je je papiercontainer maar dicht en op slot doen, zoals omschreven in de wetten en regels die ervoor moeten zorgen dat we het hier in de stad samen een beetje netjes houden. En dan, als de container wordt geleegd, wie kijkt er dan nog in om te zien of een kale met een bril er een zak patat en een plastic flesje in heeft gemikt? Niemand.
Nou dan.
Terwijl ik in de keuken water opzette voor een verse kop thee en twee beschuitjes met boter en hagelslag smeerde, sloeg ik het boek dat ik straks mee moest nemen naar de radiostudio open. Er zat een beestje in. Nou ja, beestje was een te groot begrip voor dat wat op pagina 165 van links beneden naar rechtsboven over de woorden liep. Zelfs de punt van de i was groter dan deze transparante eencellige.
‘Zo
vriend, waar gaan we heen?”, sprak ik de eencellige toe.
Er kwam geen antwoord.
‘Hello McFly, anybody home?’, citeerde ik Biff Tannen uit de filmtrilogie Back
to the Future.
Het beestje liep onverstoorbaar richting de bovenkant van de bladzijde.
Als ik een beestje zie, wil ik weten wat het is, maar waar moet je zoeken? Voor alle vogels ter wereld heb ik De Gewiekste Vogelgids. Die heb ik dit jaar van mijn vrienden voor mijn verjaardag gekregen. Geen vogeltje zo klein of het staat erin. Er zijn ongetwijfeld ook boeken met titels als De Grote Vijf van de Serengeti (buffel, luipaard, leeuw, neushoorn, olifant), Wat leeft er op de Noordpool (een ijsbeer) of De Koning van de Argentijnse Pampa (een paard). Maar bestaat het boek Alle eencelligen en hun bloedverwanten in een oogopslag? Ik had geen idee.
Ik liet de eencellige daarom maar voor wat hij was, sloeg het boek dicht, dronk mijn kop thee, at mijn beschuitjes met boter en hagelslag op de bank, keek naar Goedemorgen Nederland op NPO 1 en las online het Algemeen Dagblad. Dat is een ongelooflijke kutkrant, maar het is de enige krant die ik via internet met het account van de baas kan lezen. Bovendien hebben ze elke dag een Delfts katern. Vaak is het niks, maar ik wil de kans niet lopen dat ik op woensdagmorgen het laatste nieuws mis en dat bijvoorbeeld de Gistfabriek in de fik staat en ik nergens van weet. Hoewel ik het AD er sterk van verdenk dat áls de Gistfabriek tot de grond toe is afgebrand, ze het op de redactie óók niet weten, want zo snugger zijn die redacteuren in Den Haag of Rotterdam of weet ik veel waar ze zitten behalve in Delft - nu ook weer niet.
Na mijn ochtendritueel, inclusief een koude douche en twee boterhammen met jam, maakte ik even voor tien uur aanstalten om met boek en al naar de radiostudio te gaan. Omdat ik toch nieuwsgierig bleef naar het beestje sloeg ik het boek open en keek nogmaals op bladzijde 165. De eencellige was verdwenen. Op het puntje van de i zat een rode bloedcel.
Wat een prachtige dag weer uit het leven van de ouwe seun. Een tikkeltje absurdistisch en daar hou ik wel van. Heel leuk interview trouwens! Voor een ieder die de schrijver in levende lijve wil horen : ga luisteren! Hopelijk vinden je andere 299 boeken nu ook hun weg naar de ware liefhebbers.
BeantwoordenVerwijderenVoor de radioliefhebbers: https://soundcloud.com/user-214818890/interview-marcel-de-wit-2021-12-08
BeantwoordenVerwijderen