In de wachtkamer



Ik zat deze week in de wachtkamer. Om privacy-redenen mag ik u niet vertellen in welke wachtkamer. Het zou namelijk zo maar de wachtkamer van een dokter kunnen zijn geweest. En de dokter heeft geheimhoudingsplicht; hij mag mijn gegevens niet zo maar doorvertellen aan zijn buurman en zeggen welke enge ziektes ik mogelijk zou kunnen hebben. Om u gerust te stellen: voor zover ik en mijn dokter weten heb ik geen enge ziektes. Maar goed. De dokter vertelt niemand of ik iets mankeer en ik vertel niemand dat ik in zijn wachtkamer zat. Misschien zat ik wel in de wachtkamer van de tandarts of de psychiater of de vaatchirurg. Of in de wachtkamer derde klasse op station Hollands Spoor of bij een sollicitatiegesprek.

Afijn.


Ik zat dus in de wachtkamer. En er was een deur. Daarachter gebeurde het. Maar ik was dus niet de enige in de wachtkamer. Er waren nog twee mensen voor mij. Dat was opmerkelijk. Normaal gesproken ben ik de enige, omdat degene op wie ik moest wachten best wel stipt is in zijn afspraken. De dag ervoor had ik nog zijn assistente gebeld met de vraag of ik even langs kon komen.
‘Vandaag gaat niet meer’, zei ze.
‘Oh nou, zo erg is het niet’, was mijn antwoord. ‘Kijk maar wanneer hij tijd heeft.’
‘Ik zet u morgen om half elf. Lukt dat?’
‘Voor mij wel, maar komt het hem wel uit?’
‘Ja hoor, moet kunnen.'
‘Tot morgen dan.'
‘Yep, tot morgen.’

Ik zat een dag later in de wachtkamer. En er was een deur. Daarachter gebeurde het allemaal. Maar ik was dus niet de enige in de wachtkamer. Naast mij zat een vrouw met een mondkapje op. Tegenover mij zat nog een vrouw. Haar mondkapje hing op haar kin, haar telefoon rustte erop. Ze keek op haar apparaat en gaf geen kik toen ik een welgemeend goedemorgen zei. De vrouw naast mij zag het als een uitnodiging tot een kletspraatje en stak meteen van wal.
‘Die nou binnen is, die is zo klaar’, zei ze. Ze wist blijkbaar wie er achter de deur zat en wist ook hoeveel tijd degene die tegenover haar zat nodig had om haar te helpen.
‘Daarna ben ik aan de beurt en daarna zij.' Ze wees naar de vrouw tegenover mij. Ze keek nog steeds op haar telefoon die nog steeds op haar kin rustte. 
‘Zo, nou even mijn mondkapje af. Even frisse lucht.’ Ze dacht dat ze het tegen mij had, maar ze praatte tegen zichzelf. Ze rekende erop dat ik iets terug zou zeggen.
‘En ik mag ook al niet naar de kapper.’
Ik wilde zeggen dat ik daar geen last van had, maar ik vond het zo’n flauwe opmerking dat ik het maar niet zei. Ondertussen kakelde ze verder.
‘En straks met die 2G, wat een gedoe zeg’.
De man achter de deur verscheen in de wachtkamer. Hij deed iemand uitgeleide en wenkte de vrouw naast mij naar binnen. Tegenover mij zat iemand nog steeds op een telefoon te kijken.

Het werd stil in de wachtkamer.

Achter mij nam de assistente de telefoon op en begon een gesprek in het Engels. Na tien minuten kwam de vrouw weer naar buiten. Ze zei de man achter de deur gedag en liep naar de assistente voor het maken van een nieuwe afspraak. De vrouw tegenover mij ging met de man mee. Ze keek ondertussen op haar telefoon.
Terwijl ik in mijn eentje in de wachtkamer achterbleef, kakelde ze nog een half uur door. De assistente deed alsof ze alles begreep en knikte om de twee seconden begrijpend naar de vrouw. Toen de vrouw wegging, riep ze nog iets, vlak voordat de schuifdeur van de hal openging.
‘Er ligt post in je brievenbus!’
‘Haal ik zo op!’, riep de assistente.
Na tien minuten mocht ik bij de man achter de deur komen. We maakten een praatje, ik legde wat uit, hij luisterde en kwam met een oplossing. Ik bedankte hem vriendelijk, zei de assistente in het voorbijgaan gedag, liep door de schuifdeur naar buiten en sloeg rechtsaf. Achter mij hoorde ik een vrouw kakelen.

Foto Edwin Chen op Unsplash

Reacties

  1. Potverdulleme seun. Zat je in de wachtkamer? Nu weet ik uit eigen ervaring dat je een geduldig persoon bent en dus absoluut geen moeite heb met wachten. Nu heb je volgens mij wel een beetje moeite met op half zeven hangende mondkapjes en mensjes die non stop kijken en/of kakelen naar/ in de telefoon. Pin me er niet op vast, misschien heb ik het bij het verkeerde eind, maar je zet het weer zo treffend neer!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ernst Jan Gerhardt19 januari 2022 om 10:59

    "Ik legde wat uit, hij luisterde en kwam met een oplossing." We hoeven ons gelukkig geen zorgen te maken over deze columns.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Thuiswerken

Er zit een man in het portiek

Vakantie