Emma’s telefoon
Ik ben vanmorgen om kwart over acht de deur uitgestapt. Dat is voor mijn doen behoorlijk vroeg, maar het kan niet anders. Ik ga vandaag naar Tiengemeten, om tien uur vertrekt de eerste pont vanaf Nieuwendijk en het is toch zo’n veertig minuten rijden. Tel daar eventuele ongemakken, files of een zich misrekenende TomTom bij op en je kunt zo maar de boot missen en een uur aan de kade voor je uit gaan zitten staren tot elf uur. Dan vertrekt de pont voor de tweede keer naar dit eiland in het Haringvliet. Om kwart voor negen word ik verwacht aan de achterkant van Rotterdam Centraal, waar Raymond – Pappa of Ome Pappa voor de kenners van mijn oeuvre – zal staan met de Ford Focus. Die zal ons via de A16, A15, A29 en de N271 dwars door de Hoekse Waard naar de pont rijden. Als we eenmaal aan de overkant zijn, zijn we tijdelijk verlost van de boze buitenwereld waar ze je pijn doen en plagen. We verheugen ons op de zeearend en hopen er eentje te zien.
Ik loop station Delft binnen, check in, ga door het poortje en loop via de trap naar het ondergrondse perron. Ik zie veel mensen op hun telefoon kijken. Werkend volk, nog niet goed wakker. Ik heb vakantie en leer via een snelle blik dat ik de oudste ben op het platform. De intercity naar Vlissingen rijdt binnen. Ik kijk naar binnen en zie overvolle coupés. Daar heb ik geen zin in. Op het bord met de vertrektijden zie ik dat de eerstvolgende trein de intercity naar Eindhoven is. Dat is een échte intercity. Hij is enkeldeks, stopt bijna nergens en je zit zelfs in de tweede klasse fantastisch in een luxe oranje treinstoel. Al zit ik er maar een kwartiertje in, op weg naar Rotterdam Centraal, deze intercity geeft je het gevoel dat je in de TGV naar Parijs zit.
Ik besluit de intercity naar Vlissingen aan mij voorbij te laten gaan en te wachten op de échte trein. Die zoeft na vijf minuten het station binnen. De eerste coupés rijden aan mij voorbij, ze zijn zo goed als leeg. Precies zoals ik het wil. Piepend komt de trein tot stilstand. Ik stap in en nestel mij bij het raam. De trein trekt op, meerdert vaart en glijdt de tunnel uit. Na station Delft Campus rijdt de intercity door de polder van Midden-Delfland dat al vroeg is ontwaakt. Een dun laagje mist hangt met flarden over de weilanden.
Ik pak de telefoon erbij en zoek een netwerk, het liefste die van de NS. Ik zie heel veel telefoons voorbijkomen. Ziggo, heel veel Ziggo. En Vodafone. Er is eentje die opvalt tussen al die techreuzen. Iemand heeft die telefoon een naam gegeven en ik lees in mijn scherm: Emma’s telefoon. Er zit dus een Emma in de trein en vermoedelijk zit ze vlakbij. Even komt er een gedachte in mij op: ik bedenk dat ik nu opsta en met luide stem ‘Goedemorgen Emma’ door de coupé zal roepen. Maar ik doe het niet, ik ben te verlegen.
Als de trein in Rotterdam Centraal arriveert stap ik uit. Ik kijk nogmaals op mijn scherm. Emma’s telefoon staat er nog bij. Ze moet in de buurt zijn. Ik kijk om mij heen op het perron, maar zie alleen maar grijze Gerda’s. Terwijl ik naar de achterkant van het station loop en uitcheck, kijk ik nog een keer. Emma’s telefoon is weg, buiten bereik of uit de lucht. Ze was even bij mij, maar ik zal haar vermoedelijk nooit meer zien.
Allejezus Seun. Wat een dag. Naar Tiengemeten met Ome Pappa en daarvoor in de trein door een of ander digitaal kippetje gestalkt worden. Het is maar goed dat je het op schrift hebt gezet. Leesvoer voor de toekomstige generaties!
BeantwoordenVerwijderenDe toekomstige generaties gaan zich in de 23ste eeuw afvragen wat een trein is, wat je met een telefoon kunt doen en waar Tiengemeten vroeger lag, nu Amersfoort aan Zee de hoofdstad van Nederland is.
BeantwoordenVerwijderenEr valt nog een hoop te winnen bij het bedenken van dergelijke namen. Luisteraars van NPO2 hebben ‘Pretty Fly For A WiFi’ uitgeroepen tot de leukste wifi-naam van 2022. 'Michiel de Router' werd tweede.
BeantwoordenVerwijderen