Radiatorknop

 

De knop van de radiator in de badkamer is stuk. Na ruim 35 jaar sinds de bouw van mijn stadsappartement mét tuin in het centrum van een stadje in het zuidwesten des lands, heeft hij het begeven. De radiatorknop staat weliswaar altijd open en ik regel de verwarming in de badkamer met de thermostaat, maar toch. Ik heb het recht de knop dicht te draaien als ik dat wil. Ik maakte een melding bij de woningbouwvereniging, een week later stond de monteur op de stoep. Het was half tien.
‘Ik kom voor de radiator’, zei hij.
Ik reageerde niet op deze ingetrapte open deur en wees de man de badkamer.
‘En waar zit de ketel?’
Ik wees de man de ketel.
Hij bekeek de ketel, noteerde iets op een blaadje en liep terug naar de badkamer. Hij bekeek de radiatorknop.
‘Die is stuk’.
Ik zuchtte diep: ‘Heb je er toevallig eentje bij je?’
‘Nee die moet ik bestellen.’ Hij vulde wat digitale formulieren in op zijn apparaat.
‘Heeft u een telefoonnummer?’
Je woont veertien jaar op hetzelfde adres, maar ze hebben je telefoonnummer niet. Ik gaf hem mijn telefoonnummer.
‘En uw mailadres?’
Ik stopte met denken en gaf het juiste antwoord.
‘Ik ga een nieuwe radiatorknop bestellen. En u wordt gebeld. Voor het maken van een afspraak.’
Ik was sprakeloos na zoveel inefficiënt gedrag. Het was het radiatorknopbedrijf niet gelukt na te gaan welke radiator al meer dan 35 jaar in dit huis zit en welke knop daarbij hoort. Ik zwaaide de man uit en sloot de voordeur.
De volgende dag lag er een mail in de box. Het bedrijf bevestigde het bezoek en ik had de monteur beoordeeld met een ‘uitstekend’.
Dat had ik niet. Mij was niks gevraagd.
Er volgde een tweede mail. Het bedrijf bevestigde de door mij gemaakte afspraak op maandag 9 mei, tussen 08.00 en 12.00 uur. Ik had geen afspraak gemaakt en zeker niet op maandag, want dat is mijn vrije dag en dan komt er niemand om 08.00 uur binnen.

Ik besloot te bellen.

Na drie minuten zei een lieve vrouw goedemiddag, de naam van het bedrijf, met wie ik sprak en waarmee ze mij kon helpen.
‘Met een nieuwe afspraak’, zei ik door de telefoon.
‘Dat kan’, zei de vrouw.
‘Maar mag ik eerst iets anders vragen?’, vroeg ik.
‘Natuurlijk, zegt u het maar.’
‘Ik heb een mail gehad van u waarin ik de service van de monteur met een ‘uitstekend’ heb beoordeeld.’
‘Wat fijn voor u.’
‘Ja, maar ik heb niks en niemand beoordeeld.’
‘Oh ja, nou ja, weet u dat is nog vanwege corona. Dan vullen de monteurs het zelf in.’
‘Corona, dat is toch voorbij?’
‘Nou niet bij iedereen hoor.’
‘Nou, ik vind het gek’, zei ik.
De vrouw volhardde zonder te luisteren in haar simpele taak. ‘U wilt een nieuwe afspraak?’
‘Ja, ik heb hier een mail waarin u een door mij gemaakte afspraak bevestigt. Zo staat het in de mail. Maar ik heb geen afspraak gemaakt.’
‘Oh ja, nou ja, weet u, dat gaat automatisch.’
‘Automatisch?’
‘Ja automatisch’.
‘Door corona zeker.’
‘Dat weet ik niet meneer.’
Nou dat vind ik ook gek’, zei ik.
‘Maar u wilt een nieuwe afspraak?’
‘Het kwartje valt niet bij u, hè?’, probeerde ik het nog een keer.
‘Dinsdag 10 mei, in de middag. Kan dat?’
‘Ja, dat kan.’
‘Heeft u verder nog vragen?’

Reacties

  1. Het is door dit soort moedeloosmakende taferelen dat je je afvraagt wat men nu precies bedoelt met het wonen in een keigaaf land. Gelukkig helpt onze gewaardeerde stukjesschrijver ons om de moed er in te blijven houden.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik stel dit soort bezoekjes ook zo lang mogelijk uit, want je weet: ergens gaat het fout.

      Verwijderen
  2. Ernst Jan Gerhardt6 juni 2022 om 05:25

    Zo te lezen heeft de privatisering van de wooncorporaties niet alle problemen opgelost....

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Thuiswerken

Er zit een man in het portiek

Vakantie