Groente-, fruit- en tuinafval…en de rest
Normaal gesproken zal ik niet zo snel terugkomen op een onderwerp waar ik eerder over heb geschreven. Misschien doe ik het wel, maar dan gaan daar vermoedelijk maanden of jaren, overheen. Ik verbaas én verwonder mij dagelijks en sommige zaken zijn het herhalen wel waard, omdat ik keer op keer dan toch merk hoe onlogisch soms dingen zijn. Niet voor niets bestaat in het Frans het spreekwoord ‘L’histoire se répète.
Mijn fans weten ondertussen dat ik graag de draak steek met menig instantie. Of het nu de plaatselijke overheid is, de woningbouwvereniging of het bedrijf dat mijn cv-ketel onderhoudt, ik maak graag een praatje met de mensen die er werken. Het liefst ga ik bellen. Niet alleen om mijn ongenoegen te uiten, maar ook omdat ik zeker weet dat ik dan weer genoeg inspiratie opdoe voor een nieuw verhaal zodat ik op maandag niet zonder zit. Dat ik dan meer dan een kwartier in de wacht sta, omdat het o zo efficiënte callcenter vanwege perfect ingerichte klantprocessen weer eens onderbezet is, neem ik voor lief. Ik verheug me op het moment dat de telefoon wordt opgenomen. Soms moet ik me wel heel lang verheugen. Dat is het moment dat de telefoon aan de andere kant wel overgaat, maar er niemand is om mijn telefoontje te beantwoorden. Er is zelfs geen bandje met muzak om het wachten te veraangenamen. Dan ben ik genoodzaakt om een mailtje of een appje te sturen, maar dat is lang niet zo amusant.
Van alle instanties waar ik wel eens mee te maken heb, vind ik het afvalophaalbedrijf het leukste om te bellen. Enige weken geleden schreef ik er al over in het verhaal ‘Clusterplek’. Nou moet ik zeggen: ze maken het er ook wel naar hoor. Het is een beetje het verhaal van de jongen op de opgevoerde brommer zonder knalpijp die zich afvraagt waarom oom agent hem staande houdt. Ik bedoel: als je aandacht vraagt, zul je het krijgen ook. Mijn afvalophaalbedrijf, dat is die jongen op de brommer. Mijn collega zou zeggen, als er weer eens iemand belt om een stukje in de krant te krijgen: het krijgt de aandacht die het verdient. Vervolgens staat hij op en gaat hij buiten even lekker een e-pijpje roken.
Mijn afvalophaalbedrijf krijgt ook de aandacht die het verdient, omdat ik sinds kort mijn GFT-afval op maandagmorgen tussen 06.00 en 07.30 voor de deur mag aanbieden. Vroeger mocht het bij het restafval, maar nu haalt het bedrijf het GFT elke maandagmorgen rond de klok van 08.00 uur op. De eerste keer plaatste ik daarom mijn groene afvalemmer die het afvalophaalbedrijf enkele weken daarvoor bij mij voor de deur had gezet, netjes voor de deur. Een paar uur later hoorde ik gestommel in de straat. Dat bleken achteraf de ophaalmeneren- en mevrouwen zijn geweest. Rond het middaguur besloot ik mijn geleegde emmer binnen te halen. Ik zag de emmers van de buurman en de buurvrouw. De klepjes stonden open en ik zag dat ze geleegd waren. Mijn klepje was dicht en de emmer zat vol. Ik haalde de emmer naar binnen en flikkerde de schillen van de uitgeperste sinaasappelen, bananen en aardappelen en de koffieprut die ik deze week netjes apart had verzameld, bij het restafval. Dan niet.
Wat mij restte was een telefoontje naar het afvalophaalbedrijf. Er werd niet opgenomen. Een mailtje leek mij een redelijk alternatief. Ik legde het probleem uit en zei erbij dat de telefoon niet werd opgenomen. Een dag later kreeg ik antwoord. Nou ja, ik kreeg twee vragen, want het bedrijf had meer informatie nodig.
1.
Hoe laat en waar had ik mijn emmer buitengezet? (antwoord: om 06.45 voor de
deur)
2. Hing er een briefje of label aan? (antwoord: nee)
Geen woord over de telefoon die niet werd opgenomen.
Een paar dagen later plaatste het afvalophaalbedrijf een GFT-container op nog geen dertig meter van mijn straatje. Aan de andere kant (mijn straatje heeft twee uitgangen) stonden er nog twee. Eentje op circa 50 meter de ene kant op en eentje circa 70 meter de andere kant op. In een straal van 100 meter heb ik nu drie GFT-containers.
Morgen ga ik bellen. Of ze mijn GFT-emmer willen komen ophalen, want die dertig meter naar de GFT-container lukt me wel. En of ik nog antwoord krijg op mijn mailtje van vorige week. Ik hoop dat het afvalophaalbedrijf mij de aandacht geeft die ik verdien.
Beste Seun. Waren er maar meer mensen zoals jij. Het zou toch een stuk beter gaan op de wereld. Die heerlijke onderkoelde relativering. Wat mij betreft mag je altijd op onderwerpen terugkomen. Je weet het toch elke keer weer op een andere manier te verpakken. Een nietszeggend dingetje als GFT groeit in jouw brein tot een groot project. Hulde!
BeantwoordenVerwijderenGeef mij GFT en ik geef je een verhaal.
BeantwoordenVerwijderenFijn gelezen Marcel! Het is triest, processen en systemen... op naar een overgeorganiseerd Armageddon!
BeantwoordenVerwijderenGFT, met de 't' van tenenkrommend!
BeantwoordenVerwijderen