Een heel weeshuis

Ik ga graag naar de warenmarkt. Niet dat ik dan de hele dag de kraampjes afschuim van stofzuigerzak tot onderbroek en van telefoonhoesje tot een paar witte sokken, ik ga alleen naar de warenmarkt voor verse groenten en fruit. En ik ga omdat de markt bij mij letterlijk om de hoek is. Als ik de voordeur achter mij dichttrek, sta ik binnen een minuut op de markt. Als ik ergens naar toe ga, heb ik maar één criterium: het moet in de buurt zijn, anders ga ik niet. Is de bestemming te bereiken per trein of bus? Dan blijf ik thuis. Met het vliegtuig via Schiphol? Uitgesloten. Een uurtje ergens heen rijden met de auto? Vraag het mij niet. Maar als het maximaal een minuutje of tien lopen is, ben ik je man. Om die reden werk ik waar ik nu werk: op nog geen tien minuten lopen van huis. Wie mij een baan aanbiedt waarvan het kantoor niet binnen een kwartiertje lopen is van mijn stadsappartement wijs ik netjes de deur. Al ben ik de allerbeste kandidaat die het bedrijf ooit aan het sollicitatiebureau heeft gehad, ik zie er vanaf. Ik schrijf netjes een afwijzingsbrief en laat het bedrijf weten dat ik toch een zekere afstand ervaar en dat het gewoon niet gaat werken. Ik moet tussen de middag naar huis kunnen om mijn boterham te eten. Ooit heb ik een aantal jaren op Franse campings gewerkt. Ik woonde in een tent en die stond gewoon op de camping zelf. Als ik klaar was met werken, was ik binnen één minuut thuis. Sindsdien heb ik niet anders meer gedaan.

Afijn.

Die warenmarkt dus. Ik pakte mijn plastic boodschappentas van de Appie uit de berging, ging de deur uit en stond een minuut later bij de groenten- en fruitkraam. Soms ga ik vroeg in de morgen, soms iets later en soms heel erg laat in de middag. Het tijdstip doet er niet zo toe, in de rij sta je toch. Gelukkig is het weekend en ik heb geen haast. Als het regent, heb ik vaak geluk. Dan is de klandizie van de groenteboer beperkt en ben ik snel aan de beurt. Deze keer schijnt er een aardig zonnetje, de temperatuur loopt later op naar een tropische dertig graden. Althans, in Zuid-Limburg. Hier blijft ze vermoedelijk steken op een graadje of 25.

Ik sluit aan in de rij, waar een vrouw voor mij staat. Dat kon slechter. De groenteboer heeft vier rijen gemaakt en bij elke rij heeft hij een verkoper neergezet. Je kunt van rij veranderen, maar dan moet je weer achteraan beginnen. Ik blijf staan er gok erop dat ik in de goede rij sta: de snelste. De vrouw heeft al veel bestellingen gedaan, haar rugzak zit vol met appels, peren en tomaten en er steken twee stronken rabarber uit. Er kan niet veel meer mij zie ik. Het einde van de bestelling is in zicht.

‘Doet u mij maar vier kroppen sla’, laat ze de groenteboer weten. Ondertussen komt er een boodschappentas van de Plus uit de rugzak. De vier kroppen sla verdwijnen in de tas. ‘En vier broccoli’. De groenteboer loopt weg om de broccoli te halen. Even later is hij terug. De vier broccoli gaan bovenop de kroppen sla in de Plus-tas. ‘Twee kilo tomaten’, zegt de vrouw. De tomaten gaan op de broccoli. De tas zit vol.
‘Staat u in de rij?’, vraagt een man achter mij. Ik knik.
‘Ik wil niet voordringen hoor, maar mag ik even naar de avocado’s kijken?’
Ik vind het prima.
De vrouw voor mij tovert nu een nieuwe plastic tas uit de rugzak. ‘Een kilo sperziebonen alstublieft’. De groenteboer weegt de bonen netjes af en overhandigt de zak aan de vrouw. ‘En vier dozen aardbeien, alstublieft.’
‘Koopt ze voor een heel weeshuis of zo?’, vraagt de avocadoman.
‘Ik denk het.’
De man zucht: ‘Nou dan duurt het nog wel even’.
Zes komkommers, vier prei, drie artisjokken en een kilootje aardappeleten later rekent de vrouw af en slaagt ze erin de rugzak en vier plastic zakken in een keer mee te nemen.
Ik stel voor om speciaal voor haar aan de achterkant van de kramen een drive-thru te organiseren. Ik offer er graag een stukje autoluwe binnenstad voor op.

Reacties

  1. Wat een toestanden Seun op de markt. Ik ken het fenomeen slow cooking, maar van slow shopping had ik nog nooit gehoord. Wees maar blij dat je nooit zo ver van huis gaat. De volgende keer ren je gewoon terug naar je berenhol.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. De volgende keer laat ik het bezorgen!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ernst Jan Gerhardt19 oktober 2022 om 08:27

    Erg herkenbaar, mijnheer Seun. Ik zat reeds met gekromde tenen in mijn schoenen!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Elke zaterdag sta ik weer zwetend bij de kraam, mezelf afvragen hoeveel degene voor me nu weer gaat bestellen.

      Verwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Thuiswerken

Er zit een man in het portiek

Vakantie