Een heel weeshuis
Afijn.
Die warenmarkt dus. Ik pakte mijn plastic boodschappentas van de Appie uit de berging, ging de deur uit en stond een minuut later bij de groenten- en fruitkraam. Soms ga ik vroeg in de morgen, soms iets later en soms heel erg laat in de middag. Het tijdstip doet er niet zo toe, in de rij sta je toch. Gelukkig is het weekend en ik heb geen haast. Als het regent, heb ik vaak geluk. Dan is de klandizie van de groenteboer beperkt en ben ik snel aan de beurt. Deze keer schijnt er een aardig zonnetje, de temperatuur loopt later op naar een tropische dertig graden. Althans, in Zuid-Limburg. Hier blijft ze vermoedelijk steken op een graadje of 25.
Ik sluit aan in de rij, waar een vrouw voor mij staat. Dat kon slechter. De groenteboer heeft vier rijen gemaakt en bij elke rij heeft hij een verkoper neergezet. Je kunt van rij veranderen, maar dan moet je weer achteraan beginnen. Ik blijf staan er gok erop dat ik in de goede rij sta: de snelste. De vrouw heeft al veel bestellingen gedaan, haar rugzak zit vol met appels, peren en tomaten en er steken twee stronken rabarber uit. Er kan niet veel meer mij zie ik. Het einde van de bestelling is in zicht.
‘Doet
u mij maar vier kroppen sla’, laat ze de groenteboer weten. Ondertussen komt er
een boodschappentas van de Plus uit de rugzak. De vier kroppen sla verdwijnen
in de tas. ‘En vier broccoli’. De groenteboer loopt weg om de broccoli te
halen. Even later is hij terug. De vier broccoli gaan bovenop de kroppen sla in
de Plus-tas. ‘Twee kilo tomaten’, zegt de vrouw. De tomaten gaan op de
broccoli. De tas zit vol.
‘Staat u in de rij?’, vraagt een man achter mij. Ik knik.
‘Ik wil niet voordringen hoor, maar mag ik even naar de avocado’s kijken?’
Ik vind het prima.
De vrouw voor mij tovert nu een nieuwe plastic tas uit de rugzak. ‘Een kilo
sperziebonen alstublieft’. De groenteboer weegt de bonen netjes af en
overhandigt de zak aan de vrouw. ‘En vier dozen aardbeien, alstublieft.’
‘Koopt ze voor een heel weeshuis of zo?’, vraagt de avocadoman.
‘Ik denk het.’
De man zucht: ‘Nou dan duurt het nog wel even’.
Zes komkommers, vier prei, drie artisjokken en een kilootje aardappeleten later
rekent de vrouw af en slaagt ze erin de rugzak en vier plastic zakken in een keer
mee te nemen.
Ik stel voor om speciaal voor haar aan de achterkant van de kramen een drive-thru
te organiseren. Ik offer er graag een stukje autoluwe binnenstad voor op.

Wat een toestanden Seun op de markt. Ik ken het fenomeen slow cooking, maar van slow shopping had ik nog nooit gehoord. Wees maar blij dat je nooit zo ver van huis gaat. De volgende keer ren je gewoon terug naar je berenhol.
BeantwoordenVerwijderenDe volgende keer laat ik het bezorgen!
BeantwoordenVerwijderenErg herkenbaar, mijnheer Seun. Ik zat reeds met gekromde tenen in mijn schoenen!
BeantwoordenVerwijderenElke zaterdag sta ik weer zwetend bij de kraam, mezelf afvragen hoeveel degene voor me nu weer gaat bestellen.
Verwijderen