Stom beest


Ik ben vanmorgen vertrokken naar Rotterdam. Dat is dus anders dan in het lied ‘Toen wij uit Rotterdam vertrokken'. Ik vertrek ook uit Rotterdam, maar dat is pas later op de dag als ik er geweest ben. Afijn. Ik was dus vertrokken. Ik kan de grote stad bereiken via hele grote en lange wegen, maar dat is saai. Daarom neem ik de binnenwegen en daar nog eens de groene variant van. Hier in dit deel van het land kun je namelijk prachtig via het groen elke stad en elk dorp of gehucht bereiken en in de loop der jaren ook met steeds minder stoplichten. In Ter Apel of Albergen zullen ze het misschien niet geloven, maar ook hier heb je nog steeds weidse gezichten over de polders van dit vlakke land.

Het duurde niet lang voordat ik de polders bereikte, hooguit een minuut of tien. Ik liet de huizen en kantoren snel achter me, zoefde over een bruggetje en fietste via een beeldentuin de stad uit. Ik lees, net voordat ik de brug overga, dat ik moet opletten want om 12.00 uur en om 17.00 uur is er een lint gespannen over de brug in verband met de oversteek van paarden. Rechts van mij zie ik een groepje vrolijk blatende geiten. Net voorbij de beeldentuin bevindt zich rechts van de weg een kleine grasstrook. De strook is afgezet met een tijdelijk hek van gaas. Daarachter staat een kudde schapen. Nou ja, een kudde zou ik het nu niet noemen, want de schapen staan in groepjes bij elkaar. Ze hebben hun kop door de kleine vierkante gaten gestoken. Het gras aan de andere kant van het hek is natuurlijk weer groener.

Als ik langs het hek fiets, deinzen ze terug. Ze trekken hun kop uit het gaas en gaan ergens anders het weiland te grazen nemen. Tien meter verderop staat er nog een schaap. Ook hij heeft zijn kop door het gaas van het hek gestoken en rukt het verse groen dat aan de andere kant zit uit de grond. Als ik langsrij, deinst ook hij terug. Maar hij komt niet ver. Hij zit vast. Even denk ik eraan om maar gewoon door te fietsen. De herder van de kudde zal niet ver weg zijn. Hij zit vast ergens in de buurt vredig een pijpje te roken of ligt een middagdutje te doen. Zo zijn herders. Over een half uurtje inspecteert hij de kudde, zal hij het vastgelopen dier zien en hem een rotschop onder zijn kont verkopen, omdat het de zoveelste keer is dat hij weer eens vast zit.

Ik kijk om mij heen. De herder is in geen velden of wegen te bekennen. En ook niet in het weiland. Ik kan het niet over mijn hart verkrijgen om het dier hulpeloos achter te laten. Dat doe je bij een mens ook niet en bovendien is het strafbaar, iemand in hulpeloze toestand achterlaten. Of dat voor dieren geldt, weet ik niet. Mijn hart zegt dat ik niet zomaar door kan rijden.
Ik besluit af te stappen.
‘Zo stom beest’, zeg ik. ‘Wat heb je nou weer gedaan?’ Het dier deinst terug.
‘Bèèh!’, roept het schaap.
‘Kom hier met die kop van je’, beveel ik.
‘Bèèèeh!’
Ik pak een stuk gaas van het hek dat om de kop van het schaap zit. Ik trek eraan. Een deel schiet los, maar het schaap zit nog steeds vast. Hij trekt zo hard als hij kan, maar het gaas wil er niet vanaf. Ik ontdek een stuk dat achter zijn linkeroor is blijven hangen. Ik trek het over zijn kop. Het gaas schiet eraf, het schaap rukt zich los en neemt een sprint naar zijn vriendjes een eindje verderop.
‘Bèèèèh’, blaat het schaap.
 Ik kijk hem na.
Daarna stap ik op en fiets vrolijk en blij weg.
Op weg naar Rotterdam.

Reacties

  1. Ik zeg als er 1 schaap over de euh, euh. Als er 1 schaap door het gaas, euh, ik bedoel als er 1 hek over het schaap is. Oooh nee. Ik zeg, ik zeg niks meer. Oh ja, ik zeg nog 1 ding : Wat ben je een geweldige dierenvriend en wat heb je het onaardse mooie landschap prachtig beschreven.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ja, ik dacht 'ik gooi er een vleugje Jacques Brel in'. Dat kunnen mijn fans vast wel waarderen.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Thuiswerken

Er zit een man in het portiek

Vakantie