Orgelman


Het is zaterdagmorgen en dat is een van mijn favoriete morgens. Hij is niet de enige, want de zondagmorgen en de maandagmorgen mogen er ook zijn. Dat is niet geheel toevallig, want het zijn de drie morgens dat ik helemaal niets hoef te doen en laat dat nou net mijn favoriete hobby zijn: nietsdoen. Er komt geen hobby in de buurt van nietsdoen. Een uurtje voor me uitstaren? Geen probleem. Op de bank zitten en alle wereldproblemen al denkend oplossen? Ik ben je man. Naar buiten kijken en de vogels tellen? Fantastisch. Zien hoe de buurtkatten elkaar de tuin uitvechten? Heerlijk. En het voordeel is: je hoeft er niet eens voor op te staan.

Zo’n morgen is dus de zaterdagmorgen. Buiten het nietsdoen heb ik wel een paar taakjes. Zo ga ik elke zaterdagmorgen naar de markt voor groente en fruit. De markt is voor mij bereikbaar in circa een halve minuut. Je zou kunnen zeggen dat de markt voor mijn deur plaatsvindt en dat is ook zo. Binnen vijf minuten sta ik weer binnen met een tas vol vitaminen. Daarna ga ik buiten de deur lunchen. Tenzij ik een afspraak heb. Dan ga ik naar die afspraak en sla ik de lunch over.

Ik ben niet te enige die op zaterdagmorgen naar de markt of uit eten gaat. De stad is populair onder boeren, burgers en buitenlui. Ze trekken op zaterdagmorgen vanuit het ommeland massaal ter stede. Marktlieden, horeca, kledingwinkels, koffietentjes, cafés en terrasuitbaters doen goede zaken. Een festival trekt volle zalen. Aan de zijkant pikken enkele sluwe ondernemende types een Oekraïens graantje mee. 

Een van die types is de orgelman.

Als ik mijn koffie op heb en mijn dagelijkse online woordspelletje heb voltooid, drijven de klanken van het draaiorgel mijn straatje in. Vroeger stond er nog wel eens een groot paard – type Zeeuwse knol - voor het orgel. Die kon je dan een wortel, appel of een suikerklontje geven of gewoon even aaien. Tegenwoordig gaat het allemaal automatisch en beweegt de orgelman zijn muziekinstrument voort met een dieselvretend motortje. De orgelman valt volgens de reglementen onder straatmuzikanten. Hij mag overal spelen, als hij maar na een half oprot. Dat is niet voor niets. Net als ik heeft iedereen last van de orgelman. Vooral als hij een half uur voor een terras staat waar jij net bent neergeploft. Dat wordt dan even doorbijten.

Alleen de orgelman houdt van de orgelman.

Ik hoor de klanken van Daar langs de waterkant, Tulpen uit Amsterdam en Mexico. Ondertussen begint de stadsbeiaardier aan zijn zaterdagochtendconcert in de toren van de kerk, hoog boven het kakelende publiek dat zichzelf niet kan of wil vermaken. Nietsdoen is niet aan hen besteed. Ik zit voor de deur van mijn stadswoninkje en ik zit er middenin. Het is een grote kakofonie van orgelgeluiden.

Ik besluit dat het zo niet langer kan.

Ik trek mijn schoenen en mijn jas aan en verlaat de woning. Ik loop over de gracht en ga op mijn gehoor richting de orgelman. Even verderop zie ik ‘m staan. Hij heeft twee centenbakken. Eentje in zijn hand, de ander op zijn gezicht, recht onder zijn mond. Hij schudt beide centenbakken en kijkt mij aan. De orgelman zegt niets en gaat door met schudden. Een meisje van vier met paardenstaart en bloemenjurkje wil een euro in het bakje doen. De orgelman bukt voorover en tikt als gebaar van dank tegen zijn pet. De moeder geeft het kind een hand en loopt door. Ik kijk geïnteresseerd naar het orgel.
‘Mooi draaiorgel meneer’.
Hij knikt en schudt nog maar eens met zijn centenbak.
‘Waar zijn die pijpen van? Van hout of metaal?’
De orgelman kijkt me niet begrijpend aan.
‘Wat?’
De muziek staat te hard. Ik probeer het op een andere manier. ‘Waar zit de blaasbalg?’
De orgelman maakt een gebaar dat ik weg moet wezen. Aan mij heeft hij niks, hij moet centen verdienen.
‘Heeft ‘ie een houten cilinder? Ik bedoel: voor de aansturing van de ventielen?’
‘Sodemieter op man’, schreeuwt de orgelman. ‘Met je achterlijke vragen!’
Ik loop om het orgel heen, uit het zicht van de orgelman. Ik hoor hem schudden aan de centenbak. Uit mijn binnenzak haal ik een flesje bronwater. Ik draai de dop eraf, open de vulopening van de dieseltank en giet het flesje erin leeg. Daarna loop ik nog een rondje om het orgel.
‘Tot ziens orgelman!’, roep ik. De orgelman bukt zich nogmaals om van een kleuter een euro te mogen ontvangen.
Na een half uurtje, als ik mezelf voor de deur van mijn stadswoninkje heb geposteerd, met een bakkie koffie op het tafeltje naast me, zie ik de orgelman voorbijkomen. Hij trekt het draaiorgel met grote moeite over de grachten. De orgelman zweet zich te pletter en veegt met zijn pet zijn hoofd droog. Een koninkrijk voor een paard, hoor ik hem denken.

Reacties

  1. Prachtig Seun hahaha. Wat een feest der herkenning. Heel komisch. Ik heb zelf ook een grafhekel aan die baggermuziek.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Tuurlijk is het grafmuziek. Zie jij wel eens iemand stilstaan bij zo'n apparaat?

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Mensen jagen weg bij de eerste tonen, op weg naar betere oorden.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Ernst Jan Gerhardt21 oktober 2022 om 13:55

    Een dag niet nietsgedaan, is een dag niet geleefd.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Thuiswerken

Er zit een man in het portiek

Vakantie