Vissen


Er ligt een duif in mijn straatje. Er zit weinig beweging in, vermoedelijk omdat een van de buurtkatten hem te grazen heeft genomen of omdat hij ten prooi is gevallen aan de vogelgriep. Voor de goede orde: een duif is een vogel.

Het kopje is geknakt, de vleugels liggen gespreid er naast. Ik zou ‘m kunnen oppakken en de duif een meter of wat de lucht in gooien om te kijken of hij niet toevallig wakker wordt omdat hij aan het slapen was. De kans dat de duif  met een evenredige snelheid weer omlaag duikelt en min of meer bewegingsloos op dezelfde plek weer neerkomt, is een met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid aanwezig. Kortom: de duif is dood.

Raak een dode vogel nooit aan met uw blote handen, zo lees ik op de website van de landelijke overheid. En maak een melding zodat het dier onderzocht kan worden op ziekten. Ruim het dier op als u het thuis vindt of laat het opruimen als het ergens anders ligt. De kans dat ik een dode duif thuis vindt, schat ik niet hoog in en bovendien ligt deze duif in de straat. Dat is dus ergens anders. Ik besluit dat ik het beestje moet laten opruimen en maak een melding op het daarvoor bedoelde formulier op internet. Ik krijg keurig een bevestiging dat de melding is doorgegeven en dat de duif zo spoedig mogelijk wordt opgeruimd.

Ik ben blij dit te lezen, want als de duif aan de vogelgriep is overleden is de kans groot dat straks ook die leuke kleine mees, de roodborst of de heggenmus die ik maar sporadisch zie in de straat, de volgende slachtoffers zijn. De buurtkat die nog even komt rondneuzen in de straat, weet niet wat hij met het stoffelijk overschot aan moet en tikt het met zijn rechterpootje voorzichtig aan. Vervolgens springt ‘ie er bovenop en sprint met een hap veren de straat uit. Ik hoop dat ‘ie eerst zijn handen wast voordat ‘ie straks thuis bij de baas op schoot springt.

Na enkele dagen is het in de bevestigende mail genoemde ‘zo spoedig mogelijk’ aan slijtage onderhevig geraakt. Met andere woorden: de duif ligt nog steeds doodstil – zoals het een dode duif betaamt – op straat. Ik besluit te appen met de dode-vogels-ophaaldienst en meld dat mijn dode duif er nog ligt en dat het eigenlijk voor de tijd van het jaar best wel lekker weer is en dat daarom de ontbinding van het arme dier wat sneller gaat dan je zou verwachten in een herfstmaand als oktober. Ik krijg antwoord. ‘We weten ervan meneer. We gaan er even spoed achter zetten.’ Ik kijk naar buiten. De regen klettert op het lijkje neer.

Na een week is nog steeds doodstil. Bij de duif en bij de dode-vogel-ophaaldienst. Ik app en krijg wederom antwoord. ‘Het is erg druk momenteel. De vogelgriep heerst. Van de week nog zeven ganzen levenloos uit de sloot moeten halen. Maar we zetten de melding nogmaals door naar onze bestrijder.’

Na tien dagen ga ik nog eens kijken. De ontbinding is zo goed als totaal. Ik loop de woning in, pak een paar kranten en een vuilniszak bij elkaar en schraap de nog niet vergane lichaamsdelen bij elkaar. Vervolgens loop ik ermee naar de dichtstbijzijnde ondergrondse vuilcontainer en kieper de boel bij het restafval. De maden heb ik er van tevoren tussenuit gepikt, want morgen ga ik een dagje vissen.

Photo by Michal Dziekonski on Unsplash

Reacties

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Thuiswerken

Er zit een man in het portiek

Vakantie