Kerst in Keulen
We hadden in oktober besloten om met z’n drieën een weekendje naar Keulen te gaan. Toen de datum vaststond, ging het snel. Na vijf minuten waren hotel en trein geboekt. We stellen weinig eisen. Het hotel moet het goedkoopste van Keulen zijn en de treinreis zo vroeg mogelijk. ‘Je ziet je hotelkamer toch niet als je slaapt’, zei Sweppes. Hij had gelijk. Er kon eigenlijk niks meer fout gaan en dus vroegen we ons af waar het fout zou gaan. Het bleek Rotterdam Centraal te zijn. De NS had de trein naar Utrecht van die vrijdagmorgen om 07.50 uur, die naadloos zou aansluiten op de ICE naar Basel – wij zouden dan in Keulen uitstappen – de avond ervoor uit de dienstregeling gehaald.
‘De 07.35 naar Utrecht rijdt wel’, appte Geeuw. ‘Kwartiertje eerder opstaan’.
Ik stond de volgende morgen een kwartier eerder op en was om 07.15 uur op Rotterdam Centraal. We namen een koffie bij de Starbucks. De 07.35 uur bleek niet te rijden. ‘We pakken de sprinter naar Gouda’, zeiden Sweppes en Geeuw in koor. ‘En stappen daar over op de intercity naar Utrecht.’ Het lukte ons om drie staanplaatsen in de sprinter te bemachtigen, stapten op Gouda soepel over op nog eens drie staanplaatsen en kwamen ruim op tijd aan in Utrecht. Terwijl we op perron 14 wachtten, zoefde de supersonische trein met welgevormde punt aan de voorkant het station binnen. We hadden geen gereserveerde plekken en besloten voor het barrijtuig te kiezen, dichtbij het bier.
Er kwam een mededeling door de intercom. De ICE had minder rijtuigen dan gebruikelijk waardoor de Deutsche Bahn niet iedereen een zitplaats kon garanderen. We bleven daarom staan, nog steeds bij de bar. Twee uur later reden we Düsseldorf binnen. We zagen drie zitplekken, ploften neer en twintig minuten later zagen we de Dom en konden we er weer uit.
Het hotel was vlakbij het station, maar de kamer was nog niet klaar. We stopten de rugzakken in een locker, liepen de stad in en dronken Kölsch. ‘Viltje op je glas als je niet meer wilt Beertje', zei Sweppes. ‘Anders schenken ze gewoon bij zonder het te vragen’, vulde Geeuw aan. Ik liet het viltje op tafel liggen en legde na zes Kölsch er eentje op mijn glas. Rond 14.00 uur checkten we in. De kamer was prima, echt zo’n kamer die je niet wil zien ’s nachts. Gelukkig was het donker die nacht, zo bleek later. 'Hotelkamer plus-plus’, zei Geeuw, terwijl hij zijn bed opmaakte. Dat was namelijk niet bij de prijs inbegrepen. ‘Hotelbar min-min’, zei Sweppes. ‘Die is namelijk dicht.’
De wc was tegenover de kamer. Het was een wc waar je liever niet op zit. De douche was op de gang. Die bleek dik in orde, zo’n douche waar je een half uur onder wilt staan. We wandelden die dag veel en kwamen na 22 kilometer, drie broodjes bratwurst, vier kerstmarkten, een cultcafé en een wedstrijd in de Duitse Regionalliga moe maar voldaan terug bij het hotel.
’s Morgens vroeg kwamen we in het hotel schaars geklede dames tegen. Ook hun wc en douche waren op de gang. Na het ontbijt bezochten we het RheinEnergieStadion van 1.FC Köln. In de middag namen we de tram naar het noorden van Keulen. We liepen tien kilometer terug langs de Rijn. Daarna aten we schnitzels, patat en salade in het schnitzelrestaurant en dronken we weer Kölsch. We legden geen viltjes op onze glazen, maar toch kwam de ober al snel niet meer langs. We moesten oprotten, want de tafel was gereserveerd. We vertrokken, dwaalden door de stegen van de stad, frequenteerden enkele cafés en namen aan het einde van de avond een rondje Kölsch in de hotelbar. ‘Hotelbar plus-plus’ zei Geeuw. Hij boerde erbij.

Het was een mooie trip Ouwe Seun. Eentje om nooit meer te vergeten.
BeantwoordenVerwijderenHet cultcafé in Süd was prachtig. Een pareltje van een café met dito sujetten en heerlijke Kölsch.
BeantwoordenVerwijderenAlsof we in een tijdmachine waren beland. Vroeger was alles beter. Daarom zeg ik altijd tegen mensen / Wat bij klote aanvoelt is over een kwartier de mooiste tijd van je leven
Verwijderen