Tentoonstelling


Het museum heeft een nieuwe tentoonstelling. Naast de vaste collectie presteert de curator het om regelmatig nieuwe, uitdagende en vernieuwende kunstenaars een podium te geven. En met succes. In het museum kun je daarom meerdere keren per jaar je hart ophalen. Bovendien is de locker gratis en voor de koffie, thee of een stroopwafel mag je betalen wat je wilt. ‘Maar er zijn wel richtprijzen’, zei de mevrouw bij de balie. De prijslijst gaf aan: koffie en thee 2 euro. Koekje erbij ook 2 euro. Het is alleszins redelijk.

Er was een zaal. De bezoekers keken rond en bewonderden de kunstwerken. Ik sla de bordjes altijd over. Als een kunstwerk me pakt, blijf ik staan. Meestal geef ik het een seconde of tien. Als er niks gebeurt, loop ik door. Bij de wand met blauwe, rode en oranje golven die om de haverklap van vorm veranderden, bleef ik urenlang staan. Het was mooi. ‘Je moet gewoon voelen wat het met je doet en of het iets met je doet’, zei ooit een bevriend kunstenaar.  ‘Als iemand tegen mij zegt dat hij mijn tekeningen mooi vindt, is dat genoeg.’ Zijn tekeningen hebben het museum nooit gehaald, maar de bewoners en de bezoekers van het verzorgingshuis vonden ze prachtig. Vooral de bewoners. Ze hadden de hele dag iets om naar te kijken.

In een volgende zaal was een donkere kamer met een lichtgevende bal. Het was alsof de bezoekers vanaf een paar meter afstand naar een hemellichaam keken. Een verre planeet in een ver sterrenstelsel. Een man mompelde iets.
‘Mooi’, zei hij. ‘Dit is mooi’. Zijn vrouw naast hem knikte. ‘Ja, mooi hè?’
‘Wat is het?’, vroeg de man aan zijn vrouw. Ze had geen idee, maar ze zei dat het misschien de aarde was.
‘Ik denk het niet’, zei de man. ‘Ik herken het niet’.
‘Ook goed’, zei de vrouw. ‘Je hoeft het niet te herkennen. Fantaseer er maar wat bij. Het is wat je vindt dat het is.’
In de volgende zaal was kunst te zien van drie genomineerde kunstenaars voor een of andere prijs, een fotowand en een expositie over de geschiedenis van de stad. De eerste twee waren wel aardig, aan de laatste was geen reet aan.

Boven was er een ode aan de zorg. De kunstvoorwerpen waren van gom. Het complete verhaal en de zin van het project kon je lezen op de bordjes. Even verderop stond een dikke dame het hele project aan enkele bezoekers enthousiast uit te leggen. Ze hield niet op. Net toen ik de zaal wilde verlaten, versperde ze de mij de doorgang. Ongevraagd kwam het hele verhaal er nog een keer uit. Ze had de kunstenares ontmoet en wilde haar verhaal graag aan zo veel mogelijk mensen vertellen. Na een kwartier mocht ik weg. ‘Ja, ik wou het gewoon even met u delen’, zei ze. ‘Ik vind het zó mooi.’ Ze deed een stap achteruit, miste een trede, viel in het trapgat en landde op haar rug op de onderliggende verdieping.

Beneden nam ik een kop koffie. Ik vond dat ik met mijn museumjaarkaart een gratis bakkie had verdiend, trok mijn jas aan en liep zonder te betalen de deur uit. Vanaf de balie voelde ik een paar ogen in mijn rug priemen. Voor de deur stond een ziekenwagen. Twee ambulancebroeders renden mét brancard het museum binnen.

Reacties

  1. Weer een puik stukkie Seun. Zelden iemand zo relativerend over een museum zien schrijven hahaha. Geweldig einde, ondanks de toch wel tragische afloop.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Thuiswerken

Er zit een man in het portiek

Vakantie