Een 10!


Vroeger, toen ik nog klein was en later niet zo klein, zat ik op school. Als ik dan van de docent een proefwerk of een schriftelijke overhoring terugkreeg en ik zag geen enkele rode streep staan, maar wel een vette krul, wist ik bijna zeker dat ik een 10 had. Ik moest dan vaak een glimlach onderdrukken, want het jongetje achter mij had een 3 en dat vond ik dan weer zielig. Maar ja, de meester was zo apetrots dat hij het zo goed had uitgelegd aan een talentvolle leerling – het zal wel een proefwerk of een schriftelijke overhoring grammatica of spelling der Nederlandse taal zijn geweest – dat de hele klas moest horen dat ik een tien had gescoord.

De vreugde duurde nooit lang. Binnen een week kreeg ik het proefwerk voor natuurkunde op mijn tafel gesmeten en dat was gegarandeerd een dikke 3. Een veel hoger cijfer heb ik bij mijn weten nooit gehad. U mag gerust weten dat ik een teringhekel aan natuurkunde had en nog steeds heb. Ik heb namelijk de ballen verstand van de eerste wet van Newton. De tweede en derde snap ik trouwens ook niet. ik donderde daarom natuurkunde zodra het kon uit mijn vakkenpakket. Ook scheikunde, biologie en wiskunde konden het lazarus krijgen. Ik was namelijk een alfamannetje. Een soort Bokito zeg maar, maar dan eentje met talen. Van de rest begreep ik geen zak.

Dat cijfer 10 kom ik de laatste dagen vaker tegen. Ik hoor het op radio, zie het op tv en lees het in de krant. En online uiteraard, want ik mag graag op de vroege ochtend, onder het genot van een kop thee en twee beschuitjes met chocoladehagelslag, de krant via het computerscherm lezen. Dat cijfer 10 duikt namelijk regelmatig op bij de weersvoorspellingen. De weerman springt een gat in de lucht als hij voor de vierde achtereenvolgende dag mag aankondigen dat er ook de  komende dagen wederom geen vuiltje aan de lucht is en geen wolkje ook trouwens. Eerst moest hij wekenlang en tot vervelens toe het volk laten weten dat die verdomde noordenwind onze kant maar blééf uitkomen en dat het daarom maar geen zomer wilde worden. Dat had ik het volk ook kunnen vertellen want de zomer begint op het noordelijk halfrond pas op 21 juni. Maar nu ging er een hele andere wind waaien, aldus de weerman. En die wind kwam, net als de wijzen, uit het oosten. En die voerde warme lucht over Rusland, Polen en Duitsland mee naar Nederland en konden we eindelijk genieten van een heerlijk zonnetje.

Ondertussen zijn we een paar dagen verder en zucht half Nederland onder het tropisch juk van 30 graden en meer. De redactie van de krant vindt het nodig om uit te leggen wat je moet doen om plaknachten te voorkomen en ik lees dat er in het Brabantse Heeze een paar auto’s zijn uitgebrand omdat iemand het nodig vond om met een gasbrander het onkruid tussen de wielen te verwijderen. De boeren klagen steen en been omdat de uien niet omhoog willen komen, de aardappeloogst schijnt nu al mislukt te zijn en het watertekort schiet richting het record van 1976.

Maar gelukkig krijgt het weer een 10.

Het volk trekt massaal naar zee of recreatieplas en als het daar te vol is, is een terrasje ook niet ver weg. Ik trek ondertussen de gordijnen dicht, laat het rolluik zakken en vlei me op de bank met een goed boek of bekijk de derde etappe van de Ronde van Zwitserland. Tegen de rest van Nederland zou ik willen zeggen: geniet van de zon want ooit is ze op. Ga maar op het strand zitten met je reptielenbloed. Warm je lekker van op.

Reacties

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Thuiswerken

Er zit een man in het portiek

Vakantie