Autoluw


Mijn stad is autoluw. Nou ja, niet de hele stad natuurlijk, maar wel een groot deel van het centrum. En laat ik daar nu net wonen. Vroeger woonde ik, zoals bijna iedereen, ergens anders. De meeste mensen hebben vroeger ergens anders gewoond. Vraag het maar aan je buurman of buurvrouw. Wedden dat ze ooit naar het huis naast jou zijn verhuisd? Tenzij je een boer bent in de Hoekse Waard, zoals ik er pas één op televisie zag. Die was geboren op de boerderij (dat worden boeren meestal) en was er nooit meer weggegaan. Ja, wel eens een dagje of een weekendje, maar vakantie, dat kende die niet. En wat een boer niet kent, dat vreet ‘ie niet. “Het is hier toch prachtig”, was zijn even simpele als ontroerende commentaar.
 
Maar goed, vroeger woonde ik dus ergens anders, waar het niet autoluw was. Toen ik jaren geleden bovenaan de lijst van de woningbouwvereniging stond voor een geinige tweekamerwoning met tuin in het centrum, was ik dan ook, in tegenstelling tot het huurhuis dat ik zou betrekken, direct verkocht. Autoluw heeft één groot voordeel: er zijn geen auto’s. Op die ene na dan. Dat is als er onbekende met enige regelmaat z’n grote asobak met Luxemburgs kenteken pontificaal op de gracht parkeert. Maar voor de rest: rust. En tenzij een medewerker van een horecagelegenheid besluit op de motor naar zijn werk te komen en ook deze pontificaal bij ons in de straat parkeert. Maar dat spreken ze dan blijkbaar af. Dat ze niet zomaar in het wilde weg parkeren, maar pontificaal. Want dat vind ik dan weer heel toevallig.  Jammer dat hij, die medewerker dan, altijd vertrekt juist als ik rond de klok van elven de slaap probeer te vatten. Dan kan ik dus weer van voren af aan beginnen met schaapjes tellen. Maar nogmaals: voor de rest rust.

Pas is het autoluwe gebied in het centrum weer vergroot. In het holst van de nacht, als niemand het ziet en dat was net de bedoeling, in het holst van de nacht dus, waren er pollers bijgeplaatst. Pollers, u weet wel, van die paaltjes, die omhoog komen juist op het moment dat het u niet uitkomt. Dat is dus meestal als u er overheen rijdt, want het licht stond immers op groen. Want bij mij in de stad gaan ze net zo lang door met het uitbreiden van het autoluw gebied totdat er bij de afslag van de A13 een poller staat, je bij de Ikea je auto parkeert en dan lopend de stad in mag. Daar konden ze in de Middeleeuwen, met hun grachten, poorten ophaalbruggen die bij zonsondergang dicht ende omhooggingen anders kwam je er niet meer in, nog een puntje aan zuigen.

Ooit was ik in Rothenburg ob der Tauber in Die Heimat, beter bekend als Duitsland, dat toen, toen ik er was, nog West-Duitsland heette, maar dat geheel terzijde. Ook daar is het historische centrum hermetisch van de buitenwereld afgesloten (daar waren vooral de Oost-Duitsers vroeger heel goed in, iets van de buitenwereld afsluiten) en kun je je auto alleen kwijt op een futuristische parkeerplaats aan de rand van de stad en mag  je met een al even futuristische shuttlebus naar het niet zo futuristische centrum. Na een dag zeulen en shoppen (en dat doen de meeste mensen in mijn stad ook) brengt diezelfde bus - of een andere, want er rijden er meerdere – je terug naar je auto.

Mij kan het niet autoluw genoeg. Er zijn zelfs grachten in de stad die autoluw-plus worden genoemd. Dus nóg autoluwer dan autoluw al is. De volgende fase is natuurlijk autoarm. Dat is een gebied zonder pollers waar je helemaal niet meer binnen durft te komen want je wordt er op kenteken gecontroleerd en je merkt pas maanden later dat je zwaar in overtreding bent geweest omdat dan de acceptgiro op de deurmat valt. Ook de jongens en meisjes van 112 durven het niet meer aan. Zelfs niet als je met een acute blindedarmontsteking door een ambulance met gillende sirenes naar het Reinier de Graaf Gasthuis moet worden afgevoerd. “Nee hoor, meneer”, zeggen ze dan. “Daar komen we niet. Autoarmgebied. Vindt u het heel erg op de fiets of met bus 37 te komen? Of neem een paracetamolletje. Wil ook wel eens helpen."
 
Dit verhaal verscheen eerder in Autoluw en andere Delftse verhalen (2016, heruitgave 2020)
 

Reacties

  1. Nou Seun. Dit is dus de tweede keer in een week dat ik dit verhaal lees. Ik heb nl vorige week je eerste boek herlezen. Het was weer genieten met een zeer grote G.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dank u wel meneer. Dat u er nog maar lang van mag genieten.

      Verwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Boodschappen doen

Gevulde koeken