Gevulde koeken
Het is een warme dag vandaag, rond de dertig graden, maar de zon is niet te zien. Ze gaat verscholen achter een grijs wolkendek. Af en toe zie ik een glimp blauw aan de hemel staan. Het is niet de vraag of het onweer vandaag losbarst, maar hoe laat. Vooralsnog blijven de druppels boven hangen en is het benauwd in de stad.
Als ik bij de bakkerij aankom, zie ik een vrouw staan. Volle rondingen, witte jurk met bloemmotief. Ze heeft een schoothondje op haar rechterarm. De andere arm, de linker, steekt naar voren. Met haar wijsvinger strak vooruit wil ze iets duidelijk maken tegen een meisje dat binnen staat. Ik schat haar elf, twaalf jaar. Blond haar, aan beide zijden van het hoofd twee vlechtjes. De toegangsdeur tot de bakkerij staat half open. Een van de twee klapdeuren is dicht. Ik kan er niet langs want de vrouw staat er voor, op haar rechterarm de schoothond.
‘Mag ik er even langs’, vraag ik beleefd. Ze kijkt me verbaasd aan, snuift met haar neus. Volgens mij begrijpt ze me niet, maar als ik met handen en voeten duidelijk maak dat ik naar binnen wil, doet ze een stap opzij. Ik wring mezelf de bakkerij in. Achter me blokkeert de vrouw wederom de toegangsdeur. Ze roept iets naar het meisje in een voor mij niet verklaarbare taal. Zo gaat dat wel vaker, hier in de stad. De helft van de mensen die in deze tijd van het jaar hier rondslentert, is de taal van de oorspronkelijke bewoners niet machtig. Ook elke andere dan hun eigen moedertaal ook niet, dus het blijft lastig communiceren. De vrouw wenkt het meisje dat, met een voor mij onbekend bankpasje in haar hand, midden in de winkel staat. Ze begrijpt de vrouw niet, haar moeder of – als ik wat beter kijk – vermoedelijk haar oma. Ze haalt hulpeloos de schouders op. De vrouw stapt met schoothond naar binnen, maar wordt binnen twee seconden gecorrigeerd. ‘No dogs in the bakery’, zegt de bakker vriendelijk. De vrouw doet een stap terug.
Ik ken hem, de bakker. Daarom noem ik hem ook bakker als ik hem zie. Of in een verhaal zoals nu. Ik noem hem bakker, hij noemt mij meneer. De vrouw en het meisje zijn nog steeds in een afstandelijke en ingewikkelde discussie verwikkeld. De bakker kijkt me aan en zegt dat ik het mag zeggen.
‘U mag het zeggen hoor’.
‘Dag bakker.’
‘Dag meneer. Wat mag het zijn vandaag?’
‘Een heel volkoren bakker.’
‘Gaan we doen meneer. Gesneden?
‘Ik dacht het wel bakker. U snijdt het brood als geen ander’.
‘Dank u wel meneer.’
‘Is dat nou moeilijk, bakker. Brood snijden?’
‘Welnee meneer. Brood op de plank en de machine jast de broodmessen er vrolijk doorheen, zolang je je vingers maar op tijd weghaalt.’
Ik vroeg laatst aan de slager, schuin tegenover de bakker, of het snijden van een plak ham moeilijk was. Ook de slager vond het niet moeilijk zolang je maar op tijd je vingers weghaalde. De bakker en de slager kennen elkaar. Aan het einde van de dag zie ik ze altijd in het café bij de kerk zitten. Dan nemen ze samen de dag door en worden ze dronken.
‘Anders nog iets?’, vraagt de bakker.
‘Nee hoor, bakker. Anders niets.’
‘No dogs allowed!’ De dit keer niet zo vriendelijke stem van de bakker schalt door de bakkerij. De vrouw is met schoothond de bakkerij ingelopen om het meisje instructies te geven. Na de bulderende reprimande van de bakker deinst ze wederom terug.
‘Kuttoeristen’, mompelt de bakker.
Het meisje is aan de beurt en wijst in de vitrine aan wat ze wil hebben. Het blijken twee gevulde koeken te zijn. De bakker pakt een papieren zakje, vouwt het open en doet er twee gevulde koeken in. Het meisje pakt het zakje aan, rekent af bij de kassa en geeft de koeken aan haar moeder of oma. De vrouw zet de schoothond op de grond, pakt een gevulde koek uit de zak, doet een stap achteruit om iemand de bakkerij in te laten, maar struikelt daarbij over de hondenriem. Ze gaat vol neer als getroffen door een rechtse uppercut van een Algerijnse bokser en ligt languit op straat. De koek ligt in stukjes naast haar. Terwijl ze zich moeizaam opricht, om zich heen kijkt, doet alsof er niets is gebeurd en haar waardigheid probeert te herstellen, likt de schoothond de gevulde koekjes van de straat.
Een koekje van eigen deeg! Hahaha...
BeantwoordenVerwijderen:-)
Verwijderen