De hovenier
De hovenier is hard aan het werk in onze gemeenschappelijke tuin. Hij maait met zijn kleine motormaaier het gras en knipt de overhangende takken weg. De hovenier is er met zijn mooie groene hovenierskleding en zwarte werkschoenen vroeg bij, want rond half acht hoor ik dat hij de motormaaier aanzet. Het is een kleine maaier die op benzine loopt, dus de hovenier moet een paar keer trekken voordat de motor aanslaat.
Om half acht ben ik meestal wakker, dus ik vind het niet erg dat de hovenier dan begint. Je kunt je druk maken over dat vroege tijdstip, maar de hovenier moet toch ergens in de stad vroeg beginnen. Zijn motormaaier doet van broem-broem en de hovenier maakt mooie vloeiende bewegingen van links naar rechts waarbij de grassprieten in het rond vliegen. Hij heeft een beschermbril op, zodat hij de sprieten niet uit zijn ogen hoeft te wrijven. De hovenier heeft er schik in en trekt de gashendel flink open. Broem-broem! Het hoge gras verandert snel in een glad gazonnetje. Broem-broem-tik! De motormaaier raakt een hek. De hovenier schrikt, maar gaat snel weer verder. Broem-broem!
Na een half uurtje is hij klaar met het gazon en houdt hij een korte pauze. Hij gaat op een muurtje zitten en draait een shagje. Hij rookt ’t op, pakt daarna zijn snoeischaar en knipt de heg langs de muur bij. Hij haalt een hark, veegt de afgeknipte takken bij elkaar en gooit het afval in een grote mand die hij vervolgens in zijn pick-uptruck zet. Na twee uurtjes werk vertrekt de hovenier en keert de rust terug. Ik loop naar de keuken, maal verse koffieboontjes en ga met een bak koffie aan de tuintafel zitten. Ik ruik de geur van vers gras en neurie zacht: broem-broem, broem-broem. Dag hovenier. Tot de volgende keer.

Wat een mooi verhaal weer. Geniet er maar van.
BeantwoordenVerwijderenAlle verhalen hebben gemeen dat ze zich in Delft afspelen. "Het gaat over alle zaken waarover ik me in Delft verbaas en irriteer. Want ik vraag me vaak af: Hoe is dit toch mogelijk".
BeantwoordenVerwijderenBeste Marcel, in de bovenstaande quote staat een fout waaraan ik me erger. Erger nog, veel journalisten maken deze fout. Je ergert je ergens aan, of het irriteert je. Op de Lagere School leerde ik de meest nuttige dingen in mijn leven. Zinsontleding was niet aan mij besteed. Kofschip ook niet. Veel te ingewikkeld, ik heb mezelf ezelsbruggetjes aangeleerd en maak nauwelijks fouten. Dit is jouw eerste door mij ontdekte fout. En ook een onjuistheid in het Pindakaas boek. De trekhond van de orgelman heeft een benzine motor. Dat weet ik omdat ik ooit ben opgeleid tot automonteur.