Oorlog en vrede
Ik stond op het perron en was op weg naar een van tevoren verwachte - en achteraf gezien geheel terecht – genoeglijke middag in de pub met mijn beste vrienden. Het was een tijd geleden dat ik op het perron stond. Zelfs zolang dat ik bij het afdalen van de trap richting de treinen pardoes naar het verkeerde spoor liep. Het station heeft al een paar maanden twee nieuwe sporen en de treinen naar de bestemming van vandaag gaan vanaf een ander perron dan voorheen. Maar ik was het vergeten.
Op het perron was het rustig en kalm. De trein zou volgens de dienstregeling op de informatieborden over drie minuten vertrekken. Dat deed hij dan ook, nadat ik was ingestapt en plaats had genomen in de coupé. Voor mij was een man, type verstrooide professor, ingestapt. Hij deed mijn denken aan Dr. Emmet Brown, kortweg Doc, uit de trilogie Back to Future. Doc was de man die de Flux Capacitor uitvond, deze monteerde in een DeLorean DMC-12 en er een tijdmachine van maakte. De machinist gaf gas, al zag ik dat niet. Ik leidde het af uit het feit dat de trein een voorwaartse beweging maakte en ik na enkele minuten het licht aan het einde van de tunnel zag.
De trein stoof een verlaten station aan de rand van de stad voorbij en dook het polderlandschap in. Ik keek naar buiten. Er graasden schapen. Een paar ganzen vlogen op, in de verte steeg rook op uit de schoorsteen van een kleine boerderij. Niemand in de coupé zei iets, buiten was alles perfect. Ik had een diep gevoel van vrede. De professor voor mij zuchtte een paar keer diep. Na zeven minuten stond hij op, pakte zijn plastic tas in de rechterhand en liep naar het balkon. Weldra zou de trein stoppen op het volgende station. Waarschijnlijk moest hij er uit.
De
trein stopte, de professor verliet de trein. Daarna kwamen een man en een vrouw
de coupé in. Ik schatte ze net dertig. Zij was gezet, hij had een vlassig
baardje. Ze namen plaats op de bank aan de andere kant van het gangpad. Zij
reed achteruit, hij vooruit. Terwijl de trein wederom in voorwaartse beweging
kwam, nam ze onmiddellijk het woord.
‘Ik zat niet goed in the game’, zei ze.
‘Klopt’, zei de man. ‘Je had ook achter me moeten blijven’.
‘Draw-loss-win’, dat had ik moeten hebben’. Ze wond zich op. ‘En anders had ik
met de lady nog een queeste kunnen doen. Dat had makkelijk gekund.’
‘Je had hem voor moeten blijven, dan was
het te doen geweest', zei de man. Hij zakte onderuit.
‘Draw-loss-win! Het kón gewoon!’ De vrouw verhief verongelijkt haar stem. Ze liep rood aan. In haar hoofd was het
oorlog.

Draw-loss-winn, net dertig. Het is een andere wereld vermoed ik. Heb je wel een leuke middag in de pub gehad?
BeantwoordenVerwijderenWe hebben het raadsel van het heelal opgelost!
BeantwoordenVerwijderen